Carrière

'Carrière'
eigen hifi fabriek werd groot succes

(door Marc Lemmen in Music Home Studio)

Praktijk nog altijd de beste leerschool
Een eigen merk met jouw initialen daarop. Je brood verdienen door succesvolle versterkers en luidsprekers te bedenken en te bouwen. Onderhandelen met zeer grote firma's over een door jouw ontwikkeld filter voor cd-spelers. Kortom: je eigen HiFi-fabriekje beginnen. Kan dat in Nederland? Johan Ketelaar uit 't Harde vindt van wel. In 1980 begon hij voor zichzelf onder de naam JK Acoustics, en inmiddels is zijn bedrijf een begrip. De zaken gaan zelfs zo goed dat nieuwe activiteiten voorlopig op een laag pitje zijn gezet. "Mijn vrouw vindt dat ik het nu al druk genoeg heb." In onze rubriek Carrière aandacht voor de loopbaan van Johan Kelclaar, van L TS naar JK acoustics.

"Het begon allemaal op de LTS. Mijn hobby was elektronica en daar hield ik mij dan ook uitgebreid mee bezig." Aan het woord is Johan Ketelaar, de boomlange motor achter JK Acoustics. Na de LTS volgde hij de MTS op het particuliere Hilversumse instituut Rens & Rens. Hier ontving hij een opleiding in specifieke elektronica. In die tijd, we schrijven eind zestiger jaren, werd de buizentechniek zeker niet vergeten. Samen met twee schoolvrienden volgde hij tegelijkertijd de opleiding NERG-technicus van het Nederlands Radio Elektronica Genootschap. In een periode van 2 weken deed hij eindexamen voor beide opleidingen. "Tot mijn stomme verbazing slaagde ik voor allebei. Ik ging toen een stapje verder en dat betekende de HTS bij Rens & Rens." In het praktisch jaar, liet stagejaar zoals dat tegenwoordig heet, kwam hij door wat ongelukkige toevallen terecht op het laboratorium van Rens & Rens, waar zijn stage bestond uit het lesgeven aan en begeleiden van, onder andere, vierdeklas HTS-ers in meettechniek. En dat terwijl hij zelf nog maar in het derde jaar zat. "Dat beviel dus helemaal niet. Ik werd er helemaal gek. Ik was altijd heel erg serieus geweest in het leren en het grootste gedeelte van de leerlingen daar was zo ongeïnteresseerd. Ik ben toen zelf een andere stageplaats gaan zoeken."
Deze zoektocht voerde hem naar de MC studio in Nederhorst den Berg, een geluidsstudio. Een keuze die waarschijnlijk wel bepalend genoemd kan worden voor het verdere verloop van zijn loopbaan: de combinatie van elektronica en geluid. Hij kreeg daar de opdracht een noisegate te bouwen voor de Studer A80 recorder. Dit is een elektronische schakeling die het mixen gemakkelijker maakt. Als een instrument niet wordt gebruikt klapt de noise gate dicht, waardoor de schuiven van het mengpaneel open kunnen blijven. Ruis of andere storingen worden dan niet opgenomen.


"Op school leerde je veel, maar in de praktijk begint het pas. Scholen lopen toch altijd achter."

Dat was natuurlijk een fantastische stageplaats. Buiten de elektronische uitdagingen zat ik met mijn neus boven op de opnames. Dick van de Meer, de baas van MC is net zo'n zoeker met geluid als ik; een echte hobbyist. We hebben daar met zijn tweeën ongelooflijk veel uit zitten vogelen om de kwaliteit te verbeteren. Er is niets leuker dan dat zoeken en dat ben ik tot nu toe steeds blijven doen. Het is heel erg belangrijk om dit vak als hobby te blijven beschouwen, dan houd je het 't langst uit in de audiobranche."

Optimaliseren
In 1974 kwam Johan Ketelaar van de HTS af en kon meteen aan de slag bij de firma Audioscript, een importeur van diverse merken audioapparatuur, voor zowel professionele als ‘gewone’ doeleinden. "De directeur van de MC-studio was weer bevriend met Audioscript en wist dat ze verlegen zaten om technische mensen. Na mijn sollicitatiegesprek kon ik meteen beginnen, maar ik heb gevraagd of ik misschien een week vakantie kon houden, na zoveel jaren school.
De week daarop begon ik. Behalve met repareren hield men er zich vooral bezig met optimaliseren van de apparatuur. "Alle spullen werden eerst opengemaakt, optimaal afgeregeld en, indien nodig, gemodificeerd. Ik heb daar erg veel geleerd, vooral van Nico Vis, het toenmalige brein achter Audioscript. Het was echt een heel apart bedrijf. Je hebt dan wel je opleiding gehad, maar in de praktijk komt het pas. Scholen lopen toch altijd achter. Nog typischer is dat bijna alle mensen die toentertijd bij Audioscript werkten nu voor zichzelf zijn begonnen."

Johan Ketelaar's vader had een witgoedzaak. In deze winkel verkocht Johan 's avonds en in het weekend HiFi apparatuur. "Maar alleen de goede merken, Luxman en Yamaha. Dat deed ik 's avonds en in het weekend." Bij Audioscript verkocht hij ook de B&W DM5 en de B&W DM4 speaker. Toen deze uit de handel werden genomen, was Ketelaar hierover zo teleurgesteld dat hij besloot om zelf een soortgelijke speaker te gaan bouwen, waarmee zijn ‘carrière’ als ontwerper een aanvang nam. "Ik vond dat zo jammer. Als die speaker nu in een modern kastje zou zitten, dan zou hij zeker nog verkopen. Doordat ik al een aantal jaren werkte had ik inmiddels wat geld en ik ben zelf een speaker gaan ontwikkelen: De Optima 1. Deze nam ik mee naar de MC studio waar men hem zo goed vond dat hij meteen als tweede monitor ingezet werd. Inmiddels had ik ook contact met enkele dealers die vonden dat ik de speaker in produktie moest nemen. Maar dat ging een beetje moeilijk. Je kunt je werkgever tenslotte geen concurrentie aan doen. Ik heb toen de knoop maar doorgehakt en ben voor mezelf begonnen. Dat zal zo rond 1980 zijn geweest. Ketelaar was inmiddels verhuisd van het Gooi naar 't Harde, waar hij woonruimte had gevonden. Enige tijd later kon hij zijn hedrijf vestigen in een oude supermarkt en dat gebeurde onder de naam JK Acoustics.


"Mijn eerste versterker klonk fantastisch, maar had een amateuristisch uiterlijk. Dat werkt natuurlijk niet. 't Moet er welprofessioneel uitzien."

Inmiddels had bij ook hij een voorversterker gebouwd en verkeerde zijn eindversterker in een experimenteel stadium. "Die voorversterker, de Passive 1, was geweldig, hij klonk heel erg muzikaal, maar orn te zien was het een amateuristisch ding. Toch heb ik er nog 26 van verkocht. Diverse mensen kochten er één omdat hij zo mooi klonk. Maar door schade en schande word je wijs en ik zorgde dat de volgende produkten er gewoon beter uitzagen."

Firato 1982
Inmiddels had Johan Ketelaar een nieuwe speaker ontwikkeld, een uitbreiding op zijn Optima 1. Deze speaker vond hij nog steeds erg goed, maar er ontbrak wat in het laag. Daarom bouwde hij de Optima 3, een Optima 1 met sublaag. Bij Yamaha-importeur Domp vonden ze dit een aardige speaker en ik zocht een distributeur, dus dat kwam goed uit. Ik vind namelijk dat je als technicus niet alles zelf' moet doen. Er waren ook andere mogelijke kandidaten, rnaar mijn vrouw (Ketelaar is inmiddels getrouwd en vader van 2 kinderen), die een goed inzicht heeft in mensen, gaf de voorkeur aan Domp. Dit was twee maanden voor de Firato van '82. Domp stelde wel als voorwaarde dat er nog een derde,. goedkopere luidspreker bij zou kornen. Dit werd de Optima 5, wederom gebaseerd op de eerste Optima.
Op de Firato presenteerde hij behalve zijn speakers, ook het prototype van zijn eerste eindversterker, de Active I. Dit is een 150 watt (aan 8 ohm) monoblok, dat inmiiddels zijn weg heeft gevonden naar diverse geluidsstudio's. De versterker is tot 3,5 ampère een pure klasse A versterker en gaat daarna over in de AB klasse. Tijdens testen leverde de versterker moeiteloos stromen van 30 ampère piek 1,5 ohm/10 msec. Met het prototype lukte dit echter nog niet helemaal. "In eerste instantie gebruikte ik Tip transistors, de Tip 35 en de 36, maar als er iets te veel stroom werd gevraagd, dan klapten ze. De dag voor de Firato gebeurde dat dus ook. Ik heb de versterker toen in een record-tempo geprepareerd en er de hele Firato mee gespeeld. Hij werd wel heet, maar bleef heel.

Er moest dus wel het een en ander aan verbeterd worden. De transistors waren zo zwak en helaas worden er geen goede in Nederland verkocht. De Japanners gebruiken in veel zware versterkers Toshiba transistoren, waar de importeurs hier nog nooit van gehoord hebben. Ik kon ze wel krijgen, maar dan moest ik ze afnemen in hoeveelheden van 5000 stuks, of daaromtrent. Ik ben uiteindelijk terecht gekomen bij een kleine handelsmaatschappij, die veel handel drijft met Japan op het gebied van halfgeleiders. Daar kon ik ze afnemen in een hoeveelheid van 250 stuks. Het zijn trouwens geen gewone transistoren, maar ring-emitter transistoren, die bestaan uit 800 paralleigeschakelde transistors. Deze hebben het voordeel dat ze een lage basisweerstand hebben, een grote stroom kunnen verwerken en heel erg snel zijn. Met deze transistors en een goede beveiliging, was de versterker pas af en werd erg goed ontvangen dankzij de dynamiek, de precisie in het geluid en de openheid."
Filosie
Johan Ketelaar's filosofie over het ontwerpen van geluidsapparatuur, respectievelijk het verbeteren van de geluidsweergave in al haar facetten, stoelt op een aantal overwegingen. Het testen en beoordelen van geluidsapparatuur en alles wat daarmee in verband staat, vindt Ketelaar in de eerste plaats een kwestie van goed kunnen luisteren. Daar is de apparatuur tenslotte ook voor bedoeld. Zijn ‘gave’ om te kunnen luisteren, gecombineerd met ervaring en training, biedt hem de mogelijkheid om over geluid een goed gefundeerd oordeel te hebben, alhoewel smaken natuurlijk kunnen verschillen. Een doorn in zijn oog is dat er in de audiowereld vaak teveel aandacht wordt besteed aan gemeten waarden.


"Meten is natuurlijk belangrijk, maar de geluidskwaliteit blifft heel vaak achter bij mooie meetgetallen. Het luisteren is minstens net zo belangrijk."

"De klank blijft heel vaak achter bij die zo mooie meetgetallen. Het is beter om eerst te luisteren en als de geluidsweergave veelbelovend is, dan pas te gaan meten. Vaak wordt de goede luisterervaring dan door de meetcijfers bevestigd. Blijken er dan meettechnisch nog onvolkomenheden, dan kunnen deze worden opgelost met behoud of verbetering van de geluidskwaliteit."

Johan Ketelaar streeft naar een erg hoge kwaliteit. In zijn ontwerpen houdt hij nauwelijks rekening met de latere kostprijs. Aan zo'n produkt hangt dan ook vaak een stevig prijskaartje. De kwaliteit is er echter ook wel naar, zodat de consument waar voor zijn geld krijgt.
"De gewenste geluidsapparatuur moet voor een redelijke prijs aangeboden kunnen worden. Een goede prijs/ kwaliteitsverhouding staat voorop. Niemand heeft iets aan kleine kwaliteitsverbeteringen tegen een erg hoge prijs."

Door toepassing van andere produkten, hulpmiddelen en methoden probeert JK Acoustics tot steeds verdere verbetering van haar produkten te komen. Voorbeelden hiervan zijn gouden contacten, zilveren verbindingskabel, verzilverde luidsprekerkabel, hoogwaardige condensatoren, voedingselco's, trafo's, relais, interne kabelverbindingen, speciale coating en afwerking van de luidsprekers.

Tot slot ziet Ketelaar, niettegenstaande zijn drukke werkzaamheden, het als zijn taak om continu op de hoogte te blijven van produkten, methoden, ontwikkelingen en verbeteringen op zijn vakgebied, zodat de apparatuur en produkten van JK Acoustics aan de hoogste kwaliteitseisen blijven voldoen.
Deze filosofie heeft inmiddels geleid tot een mooi programma van hoogwaardige audio-apparatuur, bestemd voor huiskamer en professioneel gebruik, bestaande uit:

  • 3 voorversterkers: Passive 10, Passive 5 en Passive 75
  • 4 eindversterkers: mono-blok Active I, stereoblok Active II, Active 75 en Active 75-75
  • 4 luidsprekers: Optima 1, Optima 3, Optima 3 active en Optima 5 MkII
  • JK Compact Disk filter
  • 2 soorten JK zilverkabel

In de diverse categorieën zijn de produkten bijna altijd een vervolg op, respectievelijk de eerste voorversterker, versterker of speaker. Alle produkten zijn inmiddels ook aan hun Mark II versie toegekomen. Dit heeft alles te maken met Ketelaar's ontwerpgedrag. "Ik kan niet continu blijven ontwerpen. Ontwerpen is het goed toepassen van elektronica, gecombineerd met creativiteit. Ideeën komen in vlagen. Verder denk ik dat je nooit te lang aan een apparaat moet werken. Als je tegen heug en meug doorgaat word je blind, kun je niet meer objectief tegenover je eigen produkt staan. Thuis heb ik bijvoorbeeld luidsprekers van een ander merk.


Het cd-filter dat Ketelaar ontwikkelde zorgt voor een duidelijk hoorbare verbetering van het geluid. Er worden dan ook besprekingen met andere merken gevoerd over het standaard inbouwen van het JK-filter. Maar gladjes verloopt het niet. "Veel grote bedrijven hebben last van trots."

Nadat ik een tijd aan iets heb gewerkt laat ik het rusten zodat het kan bezinken. Na verloop van tijd pak ik het dan weer op. Zo gaat dat altijd..."
"Ik heb op een gegeven moinent een voorversterker ontworpen, de Passive 1, en die heb ik altijd erg goed gevonden, totdat ik de Spectral hoorde. Die is wel veel duurder, maar hij klonk wel zo mooi. Ik ben toen gaan proberen om een betere voorversterker te bouwen. Dat lukte, het werd de Passtve 10 met een prijskaartje van 7000 gulden. Daarna zijn we ons af gaan vragen of we niet een voorversterker konden bouwen met nagenoeg dezelfde kwaliteiten, maar een stuk goedkoper. Dat werd de Passive 5 en die kostte nog maar 2400 gulden. Je moet dan echter wel concessies doen. In dit geval betekende dat vooral IC's in plaats van discrete techniek. Daarop voortbordurend is er nu ook een Passive 5 MkII gekomen, met daarin de lijntrap van de Passive 10.
Met de eindversterkers ging het op een zelfde manier. Ik wilde een versterker maken die 50 watt Class A kon leveren en 150 watt in de AB klasse. Technisch leek het toen gemakkelijker om een monoblok te maken, dan een stereoblok. Later heb ik een stereo versie gemaakt. Weer later een mono en een stereo uitvoering met de helft van het vermogen."

CD filter
Zo rond 1984 kwam de CD-speler op de markt en leek het er op dat de draaitafel voorgoed had afgedaan. Bij JK Acousties was men hier helemaal niet ‘happy’" mee, daar hun gloednieuwe voorversterker juist voorzien was van een heel erg goede RIAA-versterker. Al met al bleek het met de kwaliteit van de CD-spelers nogal mee te vallen. Zonder uitzondering klonken ze scherp, schel en veel te hard. Een weliswaar duidelijk, maar niet altijd even muzikaal geluid In audiofiele kringen werd de draaitafel dan ook al snel weer hergewaardeerd.
"Veel mensen vergeleken het geluid van een nieuwe CD-speler met het geluid van hun oude draaitafel. Maar meestal vergeleek men dan een apparaat van 300 gulden met een apparaat van 1000 gulden. Een draaitafel in dezelfde prijsklasse als de CD-speler klinkt bijna altijd mooier."
CD-spelers van de nieuwste generatie klinken inmiddels een heel stuk beter, vergelijk de eerste spelers maar eens met een Philips CD 970, maar volgens Ketelaar is ook dat geluid voor verbetering vatbaar. Door toeval vond hij hier een oplossing voor: het JK CD filter. "Ik wist in eerste instantie niets van CD-spelers. Bij Domp heb ik op een gegeven moment een kapotte CD-speler meegenomen en weer aan de praat gekregen. Wat later kreeg ik een Harman Kardon onder handen. Die klonk veel beter toen ik het spoelenfilter verving door discrete techniek. Uit puur hobbyisme heb ik toen zelf een schakeling gebouwd. Een 24 dB filter dat ik inbouwde in een Yamaha CDS 1. Dat was een wereld van verschil. Het geluid was geweldig. Ik ben toen verder gegaan en heb een speciale schakeling ontworpen: een 12 dB-filter, met speciaal voor mij gemaakte condensators, dat alle bezwaren tegen het geluid van de CD-speler teniet doet. De filtertrappen zijn onderling DC gekoppeld, waardoor de fasereinheid in het laag optimaal is en de bassen schoner worden weergegeven. Door een speciale schakeling treedt er geen transiëntvervorming in de versterkertrappen op. De muziek wordt natuurlijk zuiver en met de juiste sfeer weergegeven."


Het prototype van de JK Acoustics CD-speler. Het loopwerk is gebaseerd op de Philips CD207, maar de elektronica is volledig ‘JK Made’

In eerste instantie lijkt het filter vooral wonderen te kunnen doen voor oudere CD-spelers. In zijn demonstratieruimte laat Johan Ketelaar horen dat het ook op de ‘betere’ CD-speler zijn effect heeft. Via A-B vergelijkingen demonstreert hij zijn filter op een Philips 960. Het stemgeluid van Susan Vega wordt zoveel mooier en warmer. Het kille is van het geluid af (terwijl de CD 960 toch relatief al erg warm klinkt) en het stereobeeld wordt open. Het geluid is levendiger.
In de ruimte bevindt zich ook nog het prototype van een ‘eigen’ CD-speler, waarvan het geluid al even wonderbaarlijk is. De speler bestaat uit het loopwerk van een Philips CD 207, waarvan het signaal achter de D-A-omzetter naar buiten komt en optisch een eigen filter van Ketelaar aanstuurt.
Inmiddels heeft Ketelaar al meer dan 1000 filters verkocht. De inbouw geschiedt of door een deskundige detaillist of door JK Acoustics zelf. Je kunt je natuurlijk afvragen of het niet slimmer zou zijn als het filter meteen al ingebouwd zou worden. Het grote aantal verkochte filters bewijst het resultaat. "Ik ben nu in onderhandeling met een aantal grote bedrijven, maar die hebben nogal last van trots. Het kost bovendien altijd nogal wat moeite voordat dit soort zaken erkend worden. Hetzelfde hebben we ook gehad met de Van den Hul naald. Daar wilde in eerste instantie ook niemand aan. Maar nu wordt zijn naald ook als standaard in veel elementen gebruikt.
In de demonstratieruimte heeft Ketelaar in ieder geval mij al overtuigd en naar mijn mening zou niets een grootscheepse toepassing in de weg mogen staan.

Netheid
Ook de firma JK Acoustics zou hier natuurlijk wel bij varen. Op dit moment doen vier medewerkers het produktie-technische werk, verzorgt een gepensioneerde man de reclame en Ketelaar's echtgenote de boekhouding. Johan Ketelaar doet het denkwerk.
"Ik kijk naar de dingen en haal de mooie zaken eruit. De slechte vervang ik door goede. Daarnaast is netheid erg belangrijk. Je maakt dure spullen, dus het moet er goed uitzien. Erg belangrijk is het om constante kwaliteit te houden. Je moet zorgen dat je je naam niet te grabbel gooit." De werkplaats van JK Acoustics is dan ook een toppunt van orde en overzichtelijkheid
Voor zijn vak als ontwerper vindt hij zijn opleidingen niet van zo veel belang geweest. "Alleen aan de wiskunde heb ik veel gehad. Veel heb ik geleerd bij Audioscript en door zelfstudie."
De kracht van de meeste JK produkten ligt voor een deel in de keuze van hoogwaardige componenten. Het vinden van deze componenten heeft vaak heel wat voeten in de aarde en kan een aardige cent kosten. Vaak moeten er enorme hoeveelheden worden afgenomen, maar ook als je ze per stuk kunt kopen kan het aardig wat kosten als ieder probeersel eerst betaald moet worden. Ketelaar heeft hier niet zoveel moeite mee. "Ik word erg goed geholpen door vriend en importeur Christian Clobus, van Clovis Nederland. Die stuurt van alles op dat ik uit mag proberen. Zo kan ik rustig zoeken."

Voorlopig hebben we van Johan Ketelaar niet zoveel meer te verwachten, of… "Ik mag van mijn vrouw voorlopig niets meer maken. Ze vindt het zo wel druk genoeg, maar ik heb nog wel wat ambities. Ik wil wel verder met mijn eigen CD-speler, ik wil nog een buizenversterker maken en verder gaan met mijn duurste passieve speaker."

Tot slot
"Japanners geven vaak de meest geweldige meet-technische specificaties, maar als iets meettechisch goed is, wil dat helemaal niet zeggen dat het klinkt. Je kunt niet alles meten. Ik ben blij met mijn gave om te luisteren of iets klinkt en ik ben blij dat ik dit kan combineren met de elektronica."