JK Passive 5 in HVT Sept 1990

JK acoustics Passive 5 MkII en Active II MkII

door Peter van Willenswaard

in

Hifi Video Test, september 1990

Test

In mei begonnen we met een mini-serie over Nederlandse versterkers. Onder de kop 'Nederland versterkt' testen we iedere maand een versterkerset van Nederlandse bodem. Deze maand het slot: JK-Acoustics uit 't Harde.

Peter van Willenswaard

Nederland Versterkt!

JK Acoustics Passive 5 Mk II en Active II MkII

Hernieuwde kennismaking met beschaafd accent

De Passive 5 voorversterker en Active II stereo eindversterker van Johan Ketelaar zijn sinds het begin van de jaren tachtig op de markt. Recentelijk is van beide een MkII-versie verschenen en die wordt hier in het laatste deel van onze serie over Nederlandse versterkers besproken.

Qua uiterlijk is er weinig veranderd. Op de Active II Mkll is de aan/uit-schakelaar naar de achterzijde verhuisd, en op de voorzijde is een stand-by schakelaar verschenen. Die schakelt het luidsprekerrelais uit, waardoor het mogelijk is gevaarloos de aansluitingen te veranderen, zonder de versterker zelf uit te schakelen.INWENDIG

Inwendig is er meer veranderd, De voedingstransformator is op het oog weliswaar even zwaar gebleven (maar liefst 625 VA), maar is nu voorzien van gescheiden secundaire wikkelingen. De beide versterkerkanalen worden nu dus apart gevoed en hebben een eigen brugcel en reservoircondensatoren. Gekozen is voor kwalitatief hoogwaardige elco's van het (Franse) merk CEF, 2 x 22000 mF per kanaal, een forse waarde voor een nominaal 2x 100 W versterker. Om te voorkomen dat het inschakelen van zo'n zware voeding de netzekering uit de meterkast blaast, is een inschakelvertraging aangebracht. Gedurende de vertragingsperiode bevindt zich in het 220V circuit een weerstand die zorgt dat de voedingselco's op beheerste wijze vast voor driekwart worden opgeladen.

Andere wijzigingen zijn de nu toegepaste dubbele printbaandikte van 70 mm (tegen 35 mm standaard) en de ingangstrap, die is veranderd in een snellere cascodeconfiguratie. Een gedetailleerd schema was niet voorhanden, maar de geheel discrete schakeling oogt eenvoudig; vermeldenswaard is verder nog dat het openloop-kantelpunt ver buiten het audiogebied ligt en de tegenkoppeling teruggrijpt op de ingang (de versterker is dus inverterend).

Onveranderd is dat er door elke eindtrap een ruststroom van ruim 1,5 A loopt, wat betekent dat de versterker in klasse-A opereert tot zo'n 15 W in 8 Ohm, bij verdere uitsturing gaat hij over in klasse-AB. Dit betekent ruim 60 W dissipatie per kanaal in rust, wat ondanks de forse koelprofielen (die de zijkanten van de kast vormen) zorgt voor een bedrijfstemperatuur van 300 C boven de heersende kamertemperatuur. Gelukkig is deze eindversterker snel op klank (binnen 30 min), zodat hij bij niet-gebruik zonder bezwaar kan worden uitgeschakeld.

Per kanaal zijn acht moderne plastic eindtransistoren (2SB668/2SD718) op het koelblok gemonteerd. Zes daarvan vormen de eigenlijke uitgangstrap, de identieke overige twee worden gebruikt als stuurtransistor. Die laatste zijn op een ongebruikelijke manier geschakeld: niet met een kleine weerstand vanaf de emitter naar de luidsprekeruitgang, maar via een grote vermogensweerstand naar de tegenoverliggende voeding; JK is tot de slotsom gekomen dat dit, althans in zijn schakeling, beter klinkt.

PASSIVE 5 MkII

Aan de voorversterker is uiterlijk niets veranderd. Gebleven is de spartaanse opzet: geen toonregeling, een gecombineerde, concentrische volume/balansregelaar en een zevental druktoetsjes voor de functiekeuze. Wat het inwendige betreft, de relais-omschakeling van alle functies is gebleven, de elektronica is echter ingrijpend gewijzigd. Waar de oorspronkelijke Passive 5 een tamelijk recht-toe-recht-aan IC-versterker was (weliswaar toen al met passieve RIAA-correctie), is de phonotrap nu van een discrete Fet-ingang voorzien, gevolgd door een bipolaire casode en een audiofiele versie van de 5534: de SSM 2134 van Solid State microtechnology for Music (tegenwoordig deel uitmakend van PMI). Deze trap stuurt het eerste gedeelte van de passieve RIAA-correctie, gevolgd door een tweede 2134, die het resterende deel van de RIAA-correctie van het voorgaande scheidt. De uitgang van de phonotrap is nog weer extra gebufferd met een FET source-follower. Omschakeling van MM naar MC gebeurt door het bijschakelen van een weerstand in de tegenkoppeling rond de eerste trap, waardoor de gevoeligheid wordt vergroot. Dat dient aan de binnenzijde te gebeuren met een dipswitch, waarmee tevens 100, 33 of 10 Ohm afsluitweerstanden over de ingang geschakeld kunnen worden.

De lijntrap is geheel discreet geworden: andermaal een FET differentiaal in, gevolgd door een bipolaire tweede differentiaal die een simpel klasse-A push/pull uitgangsstel aanstuurt. Zowel de phonotrap als de lijntrap zijn voorzien van een DC-instelpot, die na afregeling door de fabrikant is verzegeld. Aan de uitgang van.de phonoversterker is een (Ropel) koppelcondensator opgenomen, aan de uitgang van de lijntrap eveneens, maar die is facultatief: op de achterzijde zijn twee stel lijnuitgangen aangebracht, één AC- en één DC-gekoppeld. Ook alle overige filmcondenstoren in de RIAA-correctie en in de voeding zijn polypropylenen van Ropel of polystyreentypes. De hoofdvoeding (met trafo, afvlakelco's en spanningsstabilisatie) is gewoon extern gebleven, Een vijfaderige kabel zorgt voor verbinding met de voorversterker. Voeding voor audio en relais is gescheiden gehouden. Nieuw is dat de audiovoeding per kanaal en zowel bij phonotrap als lijntrap telkens lokaal ontkoppeld is met een emittervolger/elco-buffer, wat een grote isolatie en dus minimale onderlinge invloed garandeert.METINGEN

Fig. 1: afwijking van de RIAA correctie in dB op de MC-ingang. Het linker kanaal gaat bij 1 kHz door 0 dB, het rechter is voor de duidelijkheid 1 dB lager geschreven.

Fig. 2.: idem. maar nu op de MM-ingang.

Fig. 3: afwijking van de RIAA-correctie in dB (MM-ingang) op vier niveaus: bovenste lijn 10 mV (1 kHz), dan 5 mV, 1 mV, en tenslotte (onderste lijn) 0.5 mV. Alleen bij hogere uitsturing treedt er afval in het hoog op.

Fig. 4: oversturingsreserve van de MM-ingang in dB (referentie-niveau: 5 mV, 1 kHz).

Figuur 1 en 2 bieden inzicht in de nauwkeurigheid van de RIAA-correctie van MC en MM. De curves zijn zeer gelijk en vlak, op de afval bij 10 kHz na. Figuur 3 laat zien dat die afval in het hoog alleen bij sterke signalen ontstaat: rond 1 mV (een voor muziek nominaal niveau op MM) is er niets aan de hand. In signaalpieken treedt dus een hoogcompressie op, die verwant is aan wat we in buizenversterkers regelmatig tegenkomen; ongebruikelijk voor een halfgeleiderschakeling, maar als het effect al hoorbaar zou zijn, is het vermoedelijk eerder weldadig dan hinderlijk.

Geheel volgens verwachting laat ook de oversturingsmarge van de phonotrap in figuur 4 eenzelfde beeld zien (alleen MM is getoond). De meetwaarden spreken verder voor zich, al moet als aanvulling worden opgemerkt dat de ingangsimpedantie van tuner- en tape-ingangen bij geheel opengedraaide volumeregelaar daalt tot een nog steeds betrekkelijk onschuldige 15 kiloOhm (vermoedelijk omdat dan de balansregelaar 'in zicht komt').

Wat de eindversterker betreft, in de frequentiekarakteristiek van figuur 5 is te zien dat de kantelpunten ver buiten de audioband liggen.

Fig. 5: De frequentiecurve van de Active II eindversterker.

Fig. 6: Frequentiespectrum van de Active II bij 9 dBV en 4 ohm belasting (9 dBV = 1W voor 8 ohm luidspreker).

Fig, 7: Frequentiespectrum van de Active II, 1 dB onder clippen. Ter verzwaring van de test werd de versterker niet met 4 maar met 8 ohm belast.

Figuur 6 en 7 tonen spectra van het uitgangssignaal onder aansturing met 1 kHz en bij 4 Ohm belasting; figuur 6 is bij geringe uitsturing, figuur 7 is geschoten vlak onder clippen. Om diep te kunnen kijken is de oorspronkelijke 1 kHz component onderdrukt, vandaar het gat in het midden. Links daarvan zien we wat de voeding doet, rechts (eventueel) de harmonische vervorming. De voedingsonderdrukking van de JK zou iets beter kunnen, maar ten positieve kan gezegd worden dat de situatie bij volle uitsturing nauwelijks verandert.

LUISTERRESULTAAT

De JK-set kenmerkt zich als een rustige, uitermate beschaafde versterker. De manier waarop hij stemmen en strijkers ongekleurd weergeeft, in hun waarde laat, dwingt respect af. Vooral bij opera of Jessye Normans Vier Letzie Lieder (Strauss, Philips 411052-2) of Prokovievs Nesky (Telarc 80143) is de emotie overdracht daardoor tot in het ontroerende. Super snel is de versterker niet (daar zijn de Sphinxen op hun sterkst), zodat pop en hardrock nooit 'spettert', ook daar blijft de weergave in eerste plaats beschaafd; het wordt nooit, maar dan ook nooit 'hard'. S- en T-klanken springen nooit uit het geluidsbeeld naar voren en zijn vrijwel geheel schoon (alleen een goede, en veel duurdere, buizenversterker zal dit kunnen verbeteren).

Het geluidsbeeld is behoorlijk open en heeft veel diepte, al valt er ten opzichte van de absolute top een licht gebrek aan galm achterin te traceren. Het laag is diep en - als het moet - krachtig, maar wordt nooit gewelddadig in die zin dat het je naar de keel grijpt (sommige mensen vinden dat lekker).

De JK versterkers werden nog uitgeprobeerd in combinatie met andere voor- en eindversterkers (onder andere van Sphinx en Kenwood, maar met elkaar geven ze toch telkens het meest gebalanceerde resultaat. Klankmatig lijken de JK voor- en eindversterkers sterk op elkaar; ook phono MC, MM en lijn zijn onderling vrijwel gelijk van karakter en prestaties. Op MC wordt een fractie diepte ingeleverd, het is ook iets onrustiger, maar de openheid blijft, evenals de al eerder genoemde uitzonderlijke emotie-overdracht.CONCLUSIE

Ik heb de voorloper van de MklI JK-set een jaar of vijf geleden getest voor het toenmalige Audio en Muziek. Ik had er destijds (vooral wat de voorversterker betreft) een aantal kanttekeningen bij. JK heeft in de tussentijd duidelijk niet stilgezeten! Het eigen karakter is echter behouden gebleven: voor wie niet zoekt naar de kick van dynamische effecten maar de emotie en ontroering van muziek bovenaan heeft staan, vormt de JK-set een uitstekende keuze.PROFIEL

PASSIVE 5 voorversterker MC MM Lijn
IngangsimpedantieVersterkingGevoeligheid (0,5 V uit)Idem, 316 mV tape-uitMaximale uitgangsspanningUitgangsimpedantiebandbreedte (Hz)THDRuis (CCIR-ARM, ref. 5mV MC, 5mV MM) *56,5 dB0,12 mV0,5 mV 850 Ohm -67/-64 dB 47 kilo-ohm34,5 dB1,4 mV6,0 mV 850 Ohm -85/-82 dB 41 kOhm17,5 dB65 mV316 mV8 V1,5 OhmDC -100k<0,01%
ACTIVE II eindversterker
IngangsimpedantieBandbreedte (Hz)Vermogen DempingsfactorTHDSlewrateVersterkinglngangsgevoeligheid 22 kOhmDC - >200< k2 x 121 W / 8 Ohm (29,9 dB.V, 20,9 dB.W)2 x 195 W / 4 Ohm (28,9 dB.V, 19,9 dB.W)400 (40 Hz, ref. 8 ohm)< 0,1%, (100 W)20 V / msec33 dB700 mV (120 W)

Prijzen:Passive 5 MkII: hfl 2.800,--; Active II Mkll: hfl 4.250,--. Fabrikant: JK Acoustics. 't Harde